Inventarisatie en monitoring (vleermuizen)

Alle vleermuizen die in ons land voorkomen, worden via Europese wet- en regelgeving streng beschermd. Vleermuizen komen ook in heel Nederland voor, zowel in de stedelijke omgeving als in het buitengebied en verblijven onder andere in gebouwen en bomen. Om deze reden kunnen met name sloop- en kapwerkzaamheden nadelige gevolgen hebben voor deze soortgroep. Vleermuisonderzoek is dan ook een belangrijke onderzoekstak van NWCadvies. Ons bureau voert al sinds haar ontstaan onderzoek uit naar vleermuizen. Vliegende vleermuizen worden gedetermineerd met behulp van batdetectoren (type Pettersson D-100/D-240). Indien nodig worden opnames gemaakt en door middel van speciale software (Batsound) geanalyseerd. In enkele gevallen worden mistnetten ingezet.

Veel van de huidige vleermuisinventarisaties worden uitgevoerd ten behoeve van een toetsing aan de Wet natuurbescherming, om bijvoorbeeld de waarde van een gebouw als verblijfplaats voor vleermuizen te bepalen of om de waarde van een bomenrij als vliegroute voor vleermuizen vast te stellen. Bij deze onderzoeken wordt het vleermuisprotocol gehanteerd. Dit protocol, dat is opgesteld door onder andere het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging, dient als leidraad voor het bepalen hoe en hoe vaak geïnventariseerd moet worden om te voldoen aan de wetgeving. In 2009 is het Vleermuisprotocol vastgesteld en in maart 2013 is het vleermuisprotocol herzien.

Klik hier (-excel) voor het geldende vleermuisprotocol.  

Naast bovenstaand onderzoek voert NWCadvies ook soortspecifieke onderzoeken uit, waarbij de structuur en het landschapsgebruik (o.a. de ligging van de kraamkolonies, vliegroutes en jachtgebieden) van een populatie van een specifieke vleermuissoort in beeld gebracht worden, soms met behulp van telemetrie (zenderen en volgen van vleermuizen). Tenslotte voert NWCadvies jaarlijks wintertellingen uit in bunkers die ingericht zijn voor vleermuizen.

Naast het uitvoeren van vleermuisonderzoek, adviseert NWCadvies ook over maatregelen die genomen kunnen worden ten behoeve van vleermuizen. Voorbeelden hiervan zijn het sparen en herstellen van bomenrijen, het aanbrengen van inpandige voorzieningen in gebouwen en vleermuiskasten in of aan gebouwen of bomen, het toepassen van vleermuisvriendelijke verlichting en het oplossen van knelpunten bij wegen (bijvoorbeeld door de aanleg van een hop-over). Ook adviseert NWCadvies met betrekking tot vleermuisvriendelijke inrichting en beheer (zowel in de stedelijke omgeving als in het buitengebied).